Handleiding les 5: Voelen
Les: Zintuigen; voelen
Groep: 3 / 4
Tijd: 20 tot 30 minuten
Doel: De kinderen laten inzien hoe voelen werkt. Dat je door te voelen kunt vertellen wat iets is, zonder het daadwerkelijk te noemen.
Materiaal:
- Voeldoos, doos waar langs 2 kanten een hand ingestopt kan worden.
- Spullen om te voelen. Denk aan soorten fruit. Maar ook rijst, zand, erwten.
Organisatie: Demonstratiekring.
Uitvoering: Zie Praktische didactiek voor natuuronderwijs (paarse boek) blz. 78
- Er komt iets binnen; Laten zien van de voeldoos en vragen wat erin zou kunnen zitten. Hiermee prikkel je de kinderen tot raden waarbij rekening moet worden gehouden met de grote van de doos.
- Aanrommelen; N.V.T.
- Onderzoek en resultaten vastleggen; Kinderen voelen met hun handen in de doos en beschrijven het voorwerp aan de andere kinderen. Als het kind niet lukt om het voorwerp te beschrijven dan stuurt de leerkracht dit aan door gerichte vragen te stellen over de vorm van het voorwerp.
De rest van de groep luistert naar de beschrijving. Mocht het kind niet weten wat er in de doos zit, dan kan de leerkracht de klas vragen wat zij denken dat er in de doos zit.
- Vertel het elkaar; Tijdens het uitvoeren vertellen de kinderen wat ze voelen en vertellen dit aan de andere leerlingen.
- Toepassing en juf/meester vertelt; De leerkracht beschrijft wat er gebeurd op het filmpje (voelstest tussen handen en voeten), maar vertelt nog niet de uitslag van de test.